Verena Dillema zag ontzettend op tegen een 4-uurstraining, maar kwam toch opdagen. Ze schreef haar verhaal op en kijkt er op positief op terug.
Het is een koude zaterdagmiddag in februari wanneer ik voor de eerste keer de drempel overstap van De Frontlinie. De omgeving straalt iets rauws uit, iets onverbiddelijks. Hier wordt gewerkt. Hier wordt gebouwd. Niet alleen aan lichamen, maar ook aan karakters. Ik trek mijn sportkleding recht, adem diep in en sluit aan bij de groep. "Welkom bij de 4-uurs training," zegt Ruben met een knik. Zijn stem is kalm, maar doordringend. "Dit is een meetmoment. Hier zie je waar je staat."
Verena Dillema
In mijn hoofd probeer ik de reden te herhalen waarom ik hier ben. Het begon allemaal met een simpel idee: “Als ik voor De Frontlinie wil gaan schrijven, moet ik beter begrijpen waarover ik schrijf. Als copywriter wil ik voelen wat ik verwoord.” Maar als ik eerlijk ben, is er meer. Ik wil groeien. Mentaal en fysiek. Ik wil uit die veilige comfortzone, ook al weet ik dat het pijn gaat doen.
De eerste vier uur zijn een strijd. Een strijd tegen mijn lichaam, mijn onzekerheden, mijn eigen stem die fluistert: 'Je hoort hier niet.' Maar opgeven? Nee. Dat doe ik niet. Want ergens tussen de zweetdruppels en de trillende spieren begin ik iets te voelen. Een sprankje trots. Niet omdat ik de beste ben. Maar omdat ik het doe. Omdat ik hier sta. Vanaf nu is dit mijn routine. Elke week een uur mentale coaching. Een uur fysieke training. Weerbaarheid, zegt men. Maar wat het echt betekent? Jezelf tegenkomen, keihard, en dan toch doorgaan.
Afgelopen week stond in het teken van patronen doorbreken. "Welke gewoontes houden je tegen?" vroeg Ruben. Ik zuchtte. "Te streng zijn voor mezelf. De lat onhaalbaar hoog leggen." Hij knikte. "En wat doet dat met je?" Ik dacht aan al die keren dat ik iets niet probeerde, uit angst om te falen. De keren dat ik sport vermeed omdat ik dacht dat ik niet sterk genoeg was. "Het houdt me klein," gaf ik toe. "Dus," zei hij, "waar begin je?" Ik keek hem aan. "Door hier te zijn. Door dit te doen." Elke dag 1% beter. Dat betekent niet dat ik elke dag gigantische sprongen maak. Het betekent dat ik opsta, doorzet, en blijf werken aan mezelf. De groei zit in de kleine dingen: één push-up meer, één negatieve gedachte minder. Dit is pas het begin. Maar ik weet één ding zeker: als ik elke dag 1% beter word, dan ligt de echte winst binnen handbereik.